Wat is het syndroom van Tietze?

Bij het syndroom van Tietze is er een irritatie van het kraakbeen tussen het borstbeen en één of enkele ribben. Dit kan pijnklachten geven naast het borstbeen.

Symptomen

De klachten kunnen plotseling of geleidelijk ontstaan en gaan meestal binnen enkele maanden vanzelf over. In enkele gevallen wordt het syndroom van Tietze chronisch, waarbij de klachten langdurig aanwezig blijven.
Het kraakbeen tussen het borstbeen en de ribben zorgt ervoor dat de borstkas kan bewegen, bijvoorbeeld bij het in- en uitademen. Een irritatie van dit kraakbeen zorgt voor pijn bij beweging. Diep ademen, hoesten en niezen kunnen daardoor pijnlijk zijn. Drukken op de betreffende plek geeft vaak ook een toename van pijn.
De pijn voelt scherp en kan uitstralen naar meerdere plekken, zoals de ribben, rugwervels of armen. Dit kan angstgevoelens veroorzaken, waardoor benauwdheid, spanning en een drukkend gevoel op de borst kan worden ervaren.

Oorzaken

Er is geen duidelijke oorzaak bekend voor het ontstaan van de ontstekingen. Zowel bij mannen en vrouwen van alle leeftijden komt het even vaak voor.

Diagnose

Er is geen specifieke test om het syndroom van Tietze vast te stellen. De diagnose wordt gesteld op basis van de klachten en het lichamelijk onderzoek. Vaak wordt er een bloedonderzoek gedaan om andere oorzaken van de klachten uit te sluiten. De ontstekingswaardes en eiwitten van het eigen afweersysteem worden hiervoor bepaald. Bij het syndroom van Tietze zijn deze waardes niet afwijkend.
Ook aanvullende onderzoeken, zoals een röntgenfoto of hartfilmpje, laten bij het syndroom van Tietze geen afwijkingen zien.

Behandeling

Er is geen behandeling om het syndroom van Tietze te voorkomen. De behandeling is ingesteld om de klachten te verminderen.
Met name door houdings- of ademhalingsoefeningen kunnen de klachten verminderen.
Begeleiding door een fysiotherapeut kan hierin bijdragen.

Ontstekingsremmende pijnstillers, ook wel ‘NSAIDs’, kunnen de klachten verminderen. Dit zijn middelen die ontstekingen tegen gaan en daarbij een krachtig pijnstillend effect hebben.

Soms kan een pijnblokkade worden uitgevoerd.
Dit kan door het toedienen van een lokaal verdovingsmiddel samen met ontstekingsremmers (corticosteroïden) ter plaatse van het kraakbeen. Deze middelen kunnen worden toegediend ter hoogte van de pijnlijke plek. Dit wordt een ‘triggerpoint behandeling’ genoemd.