Wat is fantoompijn?

Fantoompijn kan ontstaan nadat een ledemaat geamputeerd is. Dit kan al direct na de amputatie optreden, maar het kan ook pas jaren later opkomen. Bij fantoompijn ervaart men een pijngevoel vanuit het ledemaat dat geamputeerd is. Dit maakt fantoompijn complex. Het pijnsyndroom heeft meerdere mogelijke oorzaken en deze kunnen ook in diverse combinaties optreden. Fantoompijn is iets anders dan stomppijn en fantoomgevoel. Bij stomppijn is er pijn in het stompgedeelte. De pijn zit dus in de stomp zelf en niet in het fantoomledemaat. Bij fantoomgevoel wordt het geamputeerde lichaamsdeel gevoeld alsof het er nog is of er zijn warmtegevoelens, tintelingen of het gevoel dat het ledenmaat verkort of verlengd is. Fantoomgevoelens zijn niet pijnlijk.

Symptomen

Fantoompijn kan voortdurend aanwezig zijn, maar het kan ook aanvalsgewijs zijn of uitgelokt worden door bepaalde prikkels. Deze aanvallen kunnen dagelijks, wekelijks of maandelijks voorkomen en ook de duur kan verschillen van enkele minuten tot uren. Er kunnen ook lange pijnvrije periodes voorkomen. De pijn wordt vaak omschreven als brandend, prikkend, trekkend, snijdend, schietend, stekend, knellend, scheurend, knijpend of krampend.

Oorzaken

De oorzaak van fantoompijn ligt in de hersenen. Het lichaam wordt gevoeld met de hersenen. In de hersenen bevindt zich een soort landkaart van het lichaam; ieder groepje cellen heeft zich gespecialiseerd in het voelen en bewegen van een bepaald lichaamsdeel. Als er een lichaamsdeel wordt geamputeerd, blijft het deel van de hersenen dat hiermee in verbinding stond achter zonder taak. De hersencellen in dat gebied ontvangen geen prikkels meer omdat het lichaamsdeel er niet meer is. De hersencellen reageren hierop door de prikkeldrempel te verlagen waardoor ze gevoeliger worden voor prikkels. Dit wordt sensitisatie genoemd. Door deze gevoeligheid kunnen de hersencellen gaan reageren op de activiteit van de hersengebieden die ernaast liggen en worden prikkels uit die gebieden vertaald als pijn in het geamputeerde lichaamsdeel. Dit wordt corticale reorganisatie genoemd. Na een amputatie kunnen de hersencellen zich dus niet goed aanpassen aan hun verdwenen functie. Er is dus sprake van disfunctionele corticale reorganisatie.
Er zijn verschillende soorten fantoompijn.

Rigide fantoompijn

Bij rigide fantoompijn is er sprake van verkramping. Bij dystonie kunnen ledematen in een verkrampte houding komen te staan. Als deze ledematen vervolgens geamputeerd worden kan het gevoel van verkramping als fantoompijn blijven. Rigide fantoompijn kan verholpen worden door spiegeltherapie.

Fantoompijn met dislocatie

Bij fantoompijn met dislocatie voelt het alsof het ledemaat verkort of verlengd is. Bij een beenamputatie kan bijvoorbeeld het gevoel ontstaan dat de voet (en eventueel ook de knie) veel hoger of lager zitten dan de voet aan het andere been.

Stomppijn

Door een slechte bloedsomloop in de stomp kan er fantoompijn ontstaan. De stomp voelt vaak kouder aan en is bleker en er wordt vaak een brandende of tintelende stompfantoompijn gevoeld. Om de pijn te laten afnemen moet de doorbloeding van de stomp verbeterd worden.
Stomppijn kan ook veroorzaakt worden door kleine spiertrekkingen of spasmen in het stompgebied. Dit kan stekende of krampende fantoompijnen veroorzaken die plotseling heftig zijn en vervolgens weer wegtrekken. Dit kan af en toe tot vele malen per dag voorkomen. Vooraf aan een pijnaanval vindt er een kleine spierverkramping plaats, maar dit wordt meestal niet bewust waargenomen. De fantoompijn die direct na deze spierverkramping volgt is echter wel duidelijk voelbaar. Sommigen zijn zich wel bewust van de spierspasmen die in hun stomp optreden en weten dat dit meestal gevolgd wordt door een pijnaanval. Trekkingen van de stomp worden ook wel chorea genoemd. Om de pijnaanvallen te verhelpen, moeten de spieren in het stompgebied van het spasmen af geholpen worden.
Ten slotte is er nog een derde oorzaak van fantoompijn in het stompgebied, namelijk een neuroom. Een neuroom is een woekering van cellengroei aan het uiteinde van een doorgesneden zenuw in het stompgebied. Deze cellen vertonen verhoogde activiteit en de zenuw zendt daardoor steeds pijnsignalen uit naar de hersenen die gevoeld worden als pijn in het geamputeerde lichaamsdeel. Het gaat immers om de zenuw die voor de amputatie doorliep in het geamputeerde ledemaat. Een neuroom kan worden herkend door een bijzonder gevoelig plekje op de stomp dat de fantoompijn verergert als er op gedrukt wordt. Om van de pijn af te komen, zal het neuroom verwijderd moeten worden.

Psychische fantoompijn

Het gaat hierbij om pijn die geassocieerd wordt met een plaats, gebeurtenis, gevoel, persoon of geluid. Voorbeeld: iemand is betrokken bij een motorongeluk en zijn rechterbeen wordt geamputeerd. Iedere keer dat deze persoon na de amputatie een motor ziet of hoort voelt hij fantoompijn in zijn geamputeerde rechterbeen.
Het gaat hierbij vaak om pijnherinnering. Een herinnering aan pijn kan worden opgeslagen in de hersenen en dit kan zich uiten als fantoompijn. Het gaat vaak om pijn die vlak voor of tijdens de amputatie gevoeld werd. Voorbeeld: na de amputatie wordt het infuus dat voor de amputatie in het geamputeerde ledemaat zat nog gevoeld. Het gevoel van het infuus wordt herinnerd en zorgt voor fantoompijn.
Deze vorm van fantoompijn kan niet worden verholpen met spiegeltherapie. Hierbij zou wel psychologische therapie werkzaam kunnen zijn.

Overige

Andere vormen van fantoompijn die niet onder een van de bovengenoemde vallen kunnen mogelijk ook met spiegeltherapie of een andere behandeling verholpen worden. (zie “Behandeling”)

Risicofactoren

Fantoompijn komt vaker voor bij dubbelzijdige amputatie, bij amputatie van de benen en naarmate de amputatie meer aan het begin van het ledemaat gebeurt. Ook als de pijn direct voor en/of direct na de amputatie erger is, is er meer kans op fantoompijn.

Diagnose

De diagnose kan worden gesteld op basis van de klachten.

Behandeling

Neuropathische pijnmedicatie ( anti-depressiva en anti-epileptica)

Een behandeling die vaak wordt toegepast, maar die niet voor iedereen werkt, is het innemen van neuropathische pijnmedicatie, zoals antidepressiva of anti-epileptica. Deze grijpen in bij de prikkeloverdracht in de hersenen. Deze medicatie kan echter ook bijwerkingen geven.

Stomp- & neuroombehandelingen

Als fantoompijn wordt veroorzaakt door slechte doorbloeding van de stomp dan is de aangewezen behandeling gericht op de verbetering hiervan. Dit kan worden bereikt door de stomp te masseren, koud-warm wisselbaden te nemen en langdurige druk te vermijden die de doorbloeding zou kunnen belemmeren. In het uiterste geval zou de doorbloeding eventueel ook operatief verbeterd kunnen worden.
Ook bij spasmen en spiertrekkingen in de stomp kan massage helpen. Daarnaast kunnen strekoefeningen relevant zijn en technieken ter spierontspanning. Als de spasmen heel heftig zijn, kan in overleg met een arts worden over gegaan tot het injecteren van Botuline. Dit is een stof die in werkt op zenuwcellen waardoor er spierverlamming optreedt en dit kan de spiertrekkingen verhelpen en daarmee hopelijk ook de bijkomende pijn.
Als er sprake is van een neuroom, kan deze operatief worden verwijderd of uitgeschakeld worden met een verdovend middel.

EMDR

Als de fantoompijn niet gerelateerd is aan een oorzaak in de stomp, dan kan ook EMDR een mogelijke oplossing zijn. EMDR staat voor Eye Movement Desensitisation and Reprocessing. EMDR wordt vaak toegepast bij posttraumatische stressstoornis, maar het lijkt ook te helpen bij fantoompijn. Bij EMDR worden de linker- en de rechterhersenhelft afwisselend gestimuleerd. Dit kan er voor zorgen dat de fantoompijn verandert of vermindert. Bovendien kan EMDR tegelijkertijd eventuele posttraumatische stressklachten gerelateerd aan de amputatie verminderen.

TENS, acupunctuur & sensorische discriminatietraining

Deze drie behandelmethodes zijn waarschijnlijk gebaseerd op hetzelfde principe, namelijk het toevoegen van gevoelsprikkels. TENS staat voor Transcultane Elektrische
Neuro Stimulatie. Hierbij worden er zwakke elektrische stroomstootjes gegeven aan de pijnlijke gebieden en aan de gebieden in het andere niet-geamputeerde ledemaat. Dit zou ervoor kunnen zorgen dat de corticale reorganisatieproblemen in de hersenen positief beïnvloed worden en dat daardoor de pijn vermindert. Ook bij sensorische discriminatietraining en acupunctuur worden gevoelsprikkels aan het zenuwstelsel toegevoegd en door er bewust op te letten en te voelen waar de prikkels toegediend worden kan de fantoompijn verminderen, doordat waarschijnlijk de corticale reorganisatie verandert.

Gedachten- en hypnose-technieken

Door onder hypnose of door zelf in gedachten te denken aan het bewegen van het geamputeerde ledemaat, zullen de hersenen geactiveerd worden en dit kan positieve invloed hebben op de fantoompijn.

Spiegeltherapie

Spiegeltherapie is een methode die gebruikt wordt om fantoompijn te verlichten of te verhelpen. Bij sommige vormen van fantoompijn blijkt het zeer effectief te zijn. Spiegeltherapie is relatief simpel om zelf thuis uit te voeren en is daarom zeker het proberen waard. Klik hier voor meer informatie over spiegeltherapie en een handleiding voor het zelf uitvoeren ervan (u blijft op pijn.nl).